“Mama, je moet wel sparen”

Je hebt je opleiding afgerond en gaat werken. Vanaf dat moment ontvang je elke maand salaris op je rekening. Niks geks, zou je zeggen. Maar voor de jongeren die meedoen met onze projecten is het allesbehalve normaal. Want: welke rekening? En: elke maand opnieuw? Zij hebben geen eigen rekening, nooit structureel geld ontvangen of nagedacht over sparen, doelen of keuzes maken over geld. Tot ze meededen met ons zakgeldproject. Met kennis over een bankrekening, DigiD en budgetteren trekken ze nu, na een jaar budgetcoaching en zakgeld, de toekomst in. Budgetcoach Marije Fortuijn van Welzijnsorganisatie Stichting Dock blikt terug en vertelt welk verschil de budgetcoaching maakt in het leven van deze jongeren.

In september 2020 startte het eerste zakgeldproject van Prosperita. Jongeren die in armoede opgroeien in Rotterdam ontvingen een jaar lang zakgeld en budgetcoaching om ze zo de vaardigheden te geven om zélf een betere toekomst te creëren. Stichting Dock verzorgde daarbij de budgetcoaching. Wat was de situatie van deze jongeren toen ze begonnen met de coaching?

“De armoede is echt schrijnend. Zo was er een meisje dat ruzie had met haar zus. Wat bleek? Ze maakten ruzie over wie de winterjas aan mocht, omdat er maar één jas voor beide zussen was. Of met corona: deze gezinnen wonen in een klein huis en hebben geen laptop of tablet. De jongeren volgen de lessen op een kleine telefoon, die ze vaak ook nog moeten delen met broertjes of zusjes. Er is geen rust of privacy. De huizen hebben achterstallig onderhoud, vol schimmelplekken. Dat gaat zo ver dat er een meisje niet naar school kon komen, omdat ze ziek was geworden omdat het toilet niet werkte. Het komt erop neer dat de basisvoorzieningen er gewoon niet zijn. Deze jongeren zijn aan het overleven.”

Hoe wordt er op dat moment over geld gedacht door ze?

“Er wordt niet over geld gepraat, behalve over hoe de rekening betaald moet worden. Er wordt ook geen krant gelezen of jeugdjournaal gekeken. Het is gewoon niet iets waar ze wat over leren. Vooruitdenken, sparen, doelen stellen: dat gebeurt allemaal niet. Geld dat er is, wordt gelijk weer uitgegeven. Hun ideeën zijn: ‘geld moet je opmaken, want je weet toch niet of je morgen nog leeft.’ Of ‘het heeft geen zin om doelen te stellen of plannen te maken. Daar is geen geld voor.’ Dat zeggen ze bijna gelaten, het is niet anders. Dat is de grootste uitdaging, om deze jongeren een vergezicht te geven. Te laten zien dat zij het anders kunnen doen. Want dat is uiteindelijk ons doel, die jongeren met meer gelijke kansen de toekomst in sturen.”

Daarvoor geven jullie budgetcoaching. Waar begin je?

“Alles is helemaal nieuw voor ze. Je moet je voorstellen: ze hebben geen eigen rekening, kennen niet de waarde van zelf geld hebben, weten niet hoe het is om te kiezen waar je je geld aan uitgeeft. We beginnen letterlijk met een rekening openen, hoe je DigiD aanvraagt en met het installeren van een budgeteerapp. Vervolgens leren ze budgetteren: bijhouden waar ze hun geld aan uitgeven, inzicht krijgen in waar het gebleven is, bonnetjes bewaren en uploaden in de app. Daarnaast vragen we ze welke doelen ze hebben. Ook dat is nieuw voor ze: nadenken over wat zij belangrijk vinden. Kiezen of ze willen sparen voor wat groters of het uit willen geven aan kleinere dingen. Daar weten ze aan het begin werkelijk geen raad mee.”

Zie je dat veranderen tijdens het traject?

“Ja, ze kregen het echt te pakken. Naarmate ze begrippen als sparen, budgetteren, rente, enzovoort leerden kennen en wat praktische dingen geregeld waren, kwamen er steeds meer vragen. Wat kun je met digid? Wat kan ik doen als anderen mijn geld willen? Hoe gedraag ik me in een winkel? Ga ik trakteren of hou ik het geld voor mezelf? En wat als je 18 wordt? Gelukkig is er ruimte om die vragen ook te bespreken. Zo hebben we aan het eind van het traject twee bijeenkomsten gehad over de vraag wat er gebeurt als je 18 wordt, waarin we het bijvoorbeeld hebben gehad over welke verzekeringen je af moet sluiten en waar je dan op moet letten. Hoe meer ze weten, hoe meer ze ook buiten de budgetcoaching om oppikken. Ineens snappen ze beter waar het over gaat als ze dingen horen en kennen ze de juiste woorden voor als ze bijvoorbeeld hun bank willen bellen.”

Dat klinkt heel waardevol, maar leren ze dit soort dingen niet ook gewoon op school?

“Ja, maar wat je leert moet wel beklijven. Daarvoor moet je het in de praktijk kunnen brengen. We merkten bijvoorbeeld dat het echt even duurde voordat budgetteren erin zat. Dat hebben we stapsgewijs, telkens weer uitgelegd. Pas daarna kwam er ruimte voor andere thema’s, als schulden, hoe banken werken, hoe reclame je aanspoort om dingen te kopen. De dingen die je op school hoort, leer je pas als je de kans krijgt om te oefenen.”

Met geld dus ook. Waarom is dat zo belangrijk voor dat ‘beklijven’?

“Ik zal een voorbeeld geven. Als onderdeel van de budgetcoaching doen we ook de geldtypetest, een test van het Nibud over hoe jij met geld omgaat. Heb je geld om mee te oefenen, dan kun je kijken of je dat in de praktijk ook echt zo doet. Zo was er een jongere die dacht een superspaarder te zijn, maar die bleek al zijn geld aan ijsjes te hebben uitgegeven. Dat vond hij achteraf zonde, hij had er ook wat groters van kunnen kopen. Daar kom je dus niet achter als je geen geld hebt om mee te oefenen.

Maar het gaat om meer dan beklijven. Het gaat ook om het gevoel zelf keuzes te kunnen maken en trots te kunnen zijn. Zo kon één van de jongeren eindelijk eens een vriendje van wie hij zoveel kreeg trakteren op een ijsje, had een jongen voor het eerst in zijn leven geld voor een merkshirt- wat hij voorheen nooit had en waar hij om gepest werd-, en kon een meisje haar vriendin meenemen naar de bioscoop. Dat gevoel ervaren, die keuze, die trots, die regie; dat kan alleen als er ook geld is.”

En dan loopt het project ten einde Hoeveel vertrouwen heb je erin dat ze nu echt sterker de toekomst tegemoet gaan?

“Je zou kunnen zeggen dat ze financieel volwassener geworden zijn. Als ze ouder worden, een baan krijgen en dan pas dit soort dingen leren, is dat heel laat. Ze moeten nu vaak bedelen om geld, het is onvoorspelbaar of het binnenkomt, het is iets passiefs. Ze hebben dus nog nooit geld in eigen beheer gehad. Met dit project leren ze hoe het is als er structureel geld binnenkomt, waar ze op kunnen rekenen en dat ze uit kunnen geven. Dat is essentieel voor als ze straks zelf met een inkomen om moeten gaan. Maar ook nu al is er iets veranderd. Ze hebben interesse in een baantje, willen meedoen, ze hebben kennis over een rekening, een DigiD en geldzaken, maken bewustere keuzes, hebben grip en autonomie gekregen. Ze zeggen zelfs tegen hun moeder: ‘mama, je moet wel sparen.’ Dat is een wereld van verschil met hoe ze aan de budgetcoaching begonnen.”